Meervoudige intelligentie

Uit onderwijsconceptenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Meervoudige intelligentie

Wat is het? Gardner onderscheidt in zijn basiswerk: Frames of Mind: The Theory of Multiple Intelligences (1983) zeven intelligenties. Later (1995) heeft hij een achtste, de natuurgerichte intelligentie, toegevoegd. Gardner omschrijft intelligentie als de bekwaamheid een probleem op te lossen of een resultaat aan te passen en spreekt hij van meervoudige intelligenties omdat hij ervan uitgaat dat er meerdere manieren zijn om intelligent te zijn. We vatten de meervoudige intelligenties in een alfabetisch overzicht samen.

De acht intelligenties Interpersoonlijk Houdt van contact met anderen, werkt graag samen, voelt scherp aan wat anderen bezighoudt, voelt zich prettig in groepen, houdt van gezelligheid en feestjes, is graag bereid anderen te helpen. Intrapersoonlijk Stelt zich graag op de achtergrond op, leeft in een eigen wereld, houdt van dagdromen, kent eigen sterke en zwakke kanten goed, neemt scherp waar wat er gebeurt, schrijft een dagboek, heeft gevoel voor reflectie, poëzie, … Lichamelijk-motorisch Reageert meestal met trefzekere bewegingen, heeft sterk gevoel voor gebruik eigen lichaam, kent fijne motoriek, sleutelt of knutselt graag, leert gemakkelijk iets door te doen of te spelen, … Logisch-mathematisch Ordent graag informatie, speelt graag met cijfers, overweegt bij het oplossen van problemen, redeneert logisch, denkt kritisch, … Muzikaal-ritmisch Pikt snel melodietjes op, speelt graag een muziekinstrument, werkt met ezelsbruggetjes en rijmpjes om iets te onthouden, heeft een sterk gevoel voor ritme, stijl in stemgebruik, vertelt boeiend, … Natuurgericht Is gefascineerd door alles wat groeit en bloeit, herkent snel kenmerken van plant en dier, observeert en verklaart graag veranderingen in de natuur, leert gemakkelijk door waarnemingen buiten, kan goed verzamelen en ordenen, gaat graag met dieren om. Verbaal-linguïstisch Denkt in woorden, formuleert gemakkelijk, kan gemakkelijk ideeën onder woorden brengen, leest snel en met inzicht, kan goed argumenteren, … Visueel-ruimtelijk Neemt de werkelijkheid waar via ruimte en kleuren, heeft gevoel voor kleurnuances, tekent vaak figuurtjes of maakt krabbels, experimenteert met schetsen of ontwerpen, kan zich snel oriënteren in gebouwen, wijken, …

Hoe ermee om te gaan? Meervoudige intelligenties lenen zich goed voor grotere of kleinere experimenten in de lessen. Uit ervaringen van docenten blijken de belangrijkste manieren om meervoudige intelligenties in de les in te voeren de volgende: Docenten kunnen de eigen les op het gebruik van meervoudige intelligenties analyseren en de ontbrekende intelligenties aanvullen. Omdat het daarbij in eerste instantie gaat om aandacht te besteden aan de manier waarop docenten de lesstof aanbieden, is het vaak niet nodig om die lesstof zelf te veranderen. Aandacht voor een andere manier dan de gangbare (of naast de gangbare manier) maakt voor leerlingen al een groot verschil. Docenten kunnen leerlingen keuzes geven bij verwerkingsopdrachten die het gebruik van meervoudige intelligenties bevorderen. Zo kunnen leerlingen andere intelligenties uitproberen of onderzoeken.

Zo kunnen leerlingen die bijvoorbeeld een bepaald onderwerp moeilijk vinden, dat onderwerp of die opdracht eerst met hun favoriete intelligentie aanpakken, voordat ze naar de oplossing zoeken met een groter scala aan intelligenties.

Wanneer meerdere docenten op deze manier werken, zal er voor de leerlingen in korte tijd, met weinig moeite een aanzienlijk verschil te zien zijn. Veel van hen zullen ontdekken dat ze tot meer in staat zijn dan ze dachten. Dit effect kan versterkt worden als docenten eenvoudigweg benoemen wat ze doen en leerlingen op die manier duidelijk maken dat er meer manieren zijn om een onderwerp te begrijpen (en om te laten blijken dat je het begrijpt).

Relevantie voor de onderwijspraktijk Er is een viertal redenen om meervoudige intelligenties bij het leren van leerlingen in te zetten. Een eerste reden is dat de meeste mensen in staat zijn om twee of drie intelligenties adequaat in te zetten. Daar liggen hun kwaliteiten en/of voorkeuren. Wanneer docenten in hun lessen een plek geven aan alle acht intelligenties kunnen leerlingen die intelligenties ontwikkelen. Dat maakt dat zwakke intelligenties zich kunnen versterken. Of dat sterke intelligenties kunnen worden ingezet om zwakke te ontwikkelen. En in de opvattingen van Gardner liggen die intelligenties, zoals in het denken over IQ, niet vast. Een tweede reden is dat blijkt dat er slechts zelden één intelligentie nodig is om een probleem tot oplossing te brengen. Dat vraagt altijd meer intelligenties. Aandacht voor meervoudige intelligenties zal maken dat leerlingen complexere problemen met een groter arsenaal aan middelen kunnen aanpakken. En dat is een goede voorbereiding op hun toekomst. Een derde reden is dat deze aanpak beter recht doet aan verschillen tussen leerlingen. Omdat leerlingen een eigen stijl van oplossen hebben, biedt de benadering van meervoudige intelligenties voor de verschillende manieren van aanpak een alternatief. Gardners veronderstelling is dat het huidige onderwijs in dat opzicht een eenzijdig aanbod heeft. Zo komen bijvoorbeeld de verbaal-linguïstische en de logisch-mathematische intelligenties veel meer aan bod dan de andere zes. Door de invoering van meervoudige intelligenties kunnen docenten de eigenheid van de leerling versterken. Een vierde reden is dat docenten, wanneer ze hun eigen sterke en zwakke intelligenties kennen, de kansen en de mogelijkheden vergroten om die van leerlingen te versterken.

Bronnen Met name in de Amerikaanse literatuur is een grote verscheidenheid aan bronnen beschikbaar.

Om te beginnen het boek van Gardner zelf. Zie het begin van dit overzicht. Een handig boek is dat van Amstrong, T. (2001), Multiple Intelligences in the Classroom, Alexandria: ASCD. In de Nederlandse literatuur is langzamerhand ook een verscheidenheid beschikbaar. We noemen één tekst: hoofdstuk 5 over meervoudige intelligenties in Effectief leren van Ebbens en Ettekoven (Wolters Noordhoff, 2005). Ook is een aantal websites beschikbaar. Type in Google of in Altavista ‘meervoudige intelligenties’ of ‘Multiple Intelligences’ in en er komt een groot aantal sites tevoorschijn. Wij vonden die van Gardner zelf: www.ed.psu.edu/insys/ESD/Gardner/menu.html. En andere websites als: http://www.infed.org/thinkers/gardner.htm#cite of www.education-world.com/a_curr/curr054.html of www.tranquility.net/%7Escimusic/MI.html. De laatste twee verwijzen door naar weer andere sites.

Relaties met andere theorieën/inzichten Er is een relatie met een groot aantal andere leertheorieën, omdat meervoudige intelligenties daar gemakkelijk bij aansluiten. We beperken dat aantal voor het gemak en noemen nu vooral adaptief onderwijs, emotionele intelligentie, leerstijlgericht leren, samenwerkend leren omdat meervoudige intelligenties daar in de praktijk van alledag vaak aan gekoppeld wordt.