Natuurlijk leren

Uit onderwijsconceptenwiki
Versie door Robert-Jan Simons (overleg | bijdragen) op 1 sep 2021 om 11:17 (Natuurlijk leren)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Natuurlijk leren

Betekenisvolle leertaken zijn bij natuurlijk leren essentieel om tot leren uitgedaagd te worden. Zij zijn het hart van natuurlijk leren. De betekenisvolle leertaken, bij natuurlijk leren ‘prestaties’ genoemd, zijn vrijwel altijd praktijksituaties en zijn vaak in samenhang met het bedrijfsleven ontwikkeld. Daarbij dient vermeld te worden dat natuurlijk leren ontwikkeld is in het vmbo en het mbo.

Wat is het? Het werken op basis van natuurlijk leren heeft drie kenmerken: Omdat prestaties voor leerlingen ‘nu’ betekenisvol zijn, heeft het leren daarvan voor de leerlingen een ‘natuurlijke’ kwaliteit. Leren gaat meer vanzelf als de taak betekenisvol is. Omdat de prestatie direct gekoppeld is aan de latere beroepsuitoefening (praktijksituaties), is er een grote kans dat de leerling het geleerde later in de beroepspraktijk zal inzetten wanneer dat gevraagd wordt. Daarmee is de kans op (verre) transfer groot. Omdat de prestaties veel van de leerlingen vragen vanwege de echtheid en de complexiteit, ontwikkelt de leerling bij het werken aan de prestaties veel persoonlijke kwaliteiten.

Om het leren van de leerlingen bij het werken aan de prestaties zo goed mogelijk te laten verlopen, zijn er twee specifieke docentrollen ontwikkeld om leerlingen daarbij te ondersteunen. Dat zijn de rol van leermeester en de rol van werkmeester. De leermeester begeleidt de leerling bij de persoonlijke groei. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van die persoonlijke kwaliteiten die een leven lang meegaan zoals de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden, sociaalcommunicatieve vaardigheden, metacognitieve vaardigheden als plannen, reflecteren, … en om de houding in het algemeen. De ondersteuning vindt daarbij plaats zowel binnen de prestatie als daarbuiten, bijvoorbeeld bij alles wat zich zoal op school en daarbuiten afspeelt. De werkmeester begeleidt de leerling bij de professionele ontwikkeling. Het gaat in dat geval dan om de instrumentele en ambachtelijke beroepsvaardigheden binnen de prestaties (het beroep). Bij het begeleiden van de leerling speelt het portfolio die de leerling opbouwt een belangrijke rol.

Hoe ermee om te gaan? Leerlingen kiezen voor die prestaties die ze zelf als betekenisvol zien. Soms ontwerpen ze zelfs hun eigen prestaties. Om het kiezen mogelijk te maken, wordt hun een verkenning aangeboden. Daarbij speelt de leermeester een belangrijke rol, omdat veel leerlingen de school binnenkomen met vage ideeën. Die verkenning bestaat uit het werken aan brede prestaties, waardoor de leerlingen zich van de eigen interesses bewust worden. Hoorcolleges, practica en trainingen bieden ondersteuning bij het werken daaraan. Daarna volgt een verdiepende en een specialistische fase. Deze opbouw geeft de leerlingen de keuze om langer te verkennen waar de belangstelling ligt of sneller een uitstroomrichting te kiezen binnen de beroepsopleiding. Een brede start blijkt erg belangrijk omdat het bij natuurlijk leren ook gaat om een brede persoonsvorming. Een leerling die snel naar een uitstroomrichting wil, zal in overleg met de leermeester en met behulp van een eigen portfolio moeten aantonen al een brede achtergrond te hebben, zodat hij weet waar hij voor kiest.


Vaak werken leerlingen in stamgroepen. Deze stamgroep hoeft niet per se leerlingen te kennen van één opleiding. Vanuit de stamgroep zwermen de leerlingen uit naar de gekozen betekenisvolle leertaken en daarmee naar het gekozen beroep.

Tijdens het werken aan prestaties worden de leerlingen begeleid door zowel de werkmeester als de leermeester. De samenwerking tussen beiden is belangrijk. De leermeester verzorgt bijvoorbeeld de bijeenkomst aan het begin van de week waarin de planningen worden gemaakt, de voortgang van het leren wordt besproken, gezamenlijke leerproblemen worden vastgesteld, …

De werkmeester verzorgt bijvoorbeeld de begeleiding van de leerlingen bij het opknappen van een auto zodat die de APK-keuring kan doorstaan. Of bij het bestraten van een straatje. Of bij het schrijven van een brief in het Engels. De werkmeester is met name belangrijk wanneer zich binnen de prestatie een leemte voordoet bij de leerling. De werkmeester reflecteert daarbij ook op het werk van de leerling.

De werk- en leermeester overleggen veel samen om te kijken wat de groep leerlingen nodig heeft. Eventueel stellen zij op grond van vastgestelde leemtes bij leerlingen vast of een extra dagdeel, training of college of wat dan ook, functioneel is om aan de werkweek toe te voegen. Daarbij wordt vaak de expertise van andere leerlingen ingeschakeld. Uit de eerste ervaringen blijkt overigens dat de eindtermen – een terechte zorg van veel scholen in het algemeen – ruim worden gehaald.

Relevantie voor de onderwijspraktijk Het concept van ‘natuurlijk leren’ is een manier van leren in de school waarin de sociaalconstructivistische visie op leren op consequente en consistente wijze in praktijk wordt gebracht. Het vraagt van de school een andere manier van denken over onderwijzen en leren dan wat in het algemeen gebruikelijk is. En het blijkt een wijze van werken te zijn die veel leven in de brouwerij van de school brengt. Het vraagt van de docenten regelmatig overleg; het vraagt het formuleren van adequate prestaties veelal in samenhang met bedrijven: het vraagt een goede balans tussen sturen en loslaten van de leerlingen; het vraagt om ‘coaching on the job’. Het vraagt van leerlingen een aanzienlijk hoger bewustzijn over wat ze aan het doen zijn dan in het geval van niet-betekenisvolle leertaken. Ze moeten immers kiezen, samenwerken, reflecteren op wat ze aan het doen zijn, een prestatie voorbereiden, de school uitgaan om de prestatie toe te passen, … En dat leidt tot een brede persoonsontwikkeling. In het ondersteunen van de leerling speelt de combinatie van de leer- en de werkmeester een grote rol. Deze combinatie levert een aantal integratieve aspecten op zoals de integratie van schoolleren en praktijkleren en de integratie van leerlingbegeleiding en instructie. In de praktijk van veel scholen zijn dat vaak moeilijk verenigbare onderwerpen. Tot slot dient vermeld, dat de aanpak van natuurlijk leren op verschillende scholen verschilt. Elke school dient een eigen vorm te vinden, passend bij de doelen en de kenmerken van die school. Zie bijvoorbeeld sommige bronnen hieronder.

Bronnen Er zijn rond natuurlijk leren een beperkt aantal bronnen beschikbaar. Wel is er een aantal sites beschikbaar van scholen waar volgens de principes van natuurlijk leren wordt gewerkt. Zo kent het Friesland College een aantal afdelingen die volgens dit concept zijn opgebouwd. Dat zijn onder andere Werken met de Stad ( www.frieslandcollege.nl/werkenmetdestad en het Talencentrum (http://dwp.fcroc.nl/talencentrum/ (zie algemeen, missie). Werken met de Stad heeft in december 2002 de NOT-onderwijsprijs gekregen. Ook de afdeling ‘Technodesign’ van het Da Vinci College (www.student.davinci.nl/techno_design.html) is volgens dit concept ontworpen. Een andere site gaat over Werken met de Stad (www.aps.nl/actueel/nieuwsbrief%2041/n41p.15.htm). Ook is er nog een boekje van Alex van Emst te verkrijgen dat het concept van natuurlijk leren beschrijft. Het heet Koop een auto op de sloop. De APS website geeft ook informatie www.aps.nl


Relaties met andere theorieën/inzichten Natuurlijk leren heeft een groot aantal relaties met de andere leertheorieën, vanwege het integratieve karakter daarvan. Zo dan het gekoppeld worden met competentiegericht leren, met taal leren, met ontwikkelingsgericht onderwijs, met gecijferdheid en met samenwerkend leren.